5 nuttige tips voor de omgang met moeders met borderline
#kennisblogs voor professionalsMoeders met een borderline persoonlijkheidsstoornis vormen één van de moeilijkste doelgroepen om mee te werken. Daar hebben wij binnen de jeugdbescherming regelmatig te maken. In deze blog geef ik een aantal praktische tips op basis van mijn persoonlijke ervaring in combinatie met kennis die ik heb opgedaan uit de literatuur.
Een borderline-persoonlijkheidsstoornis wordt gekenmerkt door een langdurig patroon van instabiliteit van de stemming, zwart-wit denken, instabiele relaties en een fragiel zelfbeeld. Uit angst om in de steek gelaten te worden zijn deze moeders vaak zeer eisend en aanklampend. Op andere momenten trekken ze zich plots terug uit de (werk) relatie. Regelmatig is er sprake van (dreigen met) zelfbeschadiging of zelfmoord. Veel moeders met borderline, hebben een voorgeschiedenis van afwijzing of mishandeling. Zij hebben de verwachting dat ook hulpverleners hen zullen afwijzen of terechtwijzen. Onze goed bedoelde ondersteuning wordt door hen vaak niet begrepen. Van de jeugdbeschermer maar ook van de andere teamleden vraagt dit veel draagkracht, flexibiliteit en vermogen tot reflectie. Vaak zie je dat de relationele moeilijkheden en stemmingswisselingen als het ware geprojecteerd worden op de jeugdbeschermer en diens team. De heftigheid van de emoties die gepaard gaan met het werken met deze moeders wordt dan overgedragen in de teamvergadering. Deze moeders hebben de neiging hun eigen tekortkomingen te projecteren op hun omgeving en zullen zij de jeugdbeschermer makkelijk beschuldigen van slechte hulpverlening aan hun kind. Dit resulteert in klachten en wisseling van jeugdbeschermer waarna het proces weer van voor af aan begint.
Welke effect heeft een borderline persoonlijkheidsstoornis op de werkrelatie?
Zelfs als er geen diagnose gesteld is, zijn er signalen waar je alert op kan zijn. Kenmerkend is dat het in gesprek lastig is om binnen het gestelde uur te blijven. De intense emoties vragen veel tijd en ruimte en doen een duidelijk appél op ons hulpverlenershart. Het gevaar wat hierin schuilt, is dat wij ons voortdurend tekort voelen schieten, de neiging hebben om meer te doen dan normaal en soms contact te hebben buiten werktijd. Er is vaak crisis en chaos en ondanks al het harde werken schiet het hulpverleningsproces maar niet op. Het belangrijk je te realiseren dat onze adviezen door moeders met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis ofwel verkeerd begrepen worden, ofwel rigide en letterlijk worden toegepast. Gebleken is dat het beter werkt om non-directief te werken en haar zelf te laten zoeken naar oplossingen. Hierbij moet een evenwicht gevonden worden met concreet houvast geven voor verantwoord ouderschap, verschillende van deze moeders hebben zelf immers geen good enough ouderschap gekend als kind. Ze voelen soms wel aan dat ze verkeerd bezig zijn, maar kennen geen alternatief omdat ze zelf geen goed voorbeeld hebben gehad.
Wat kun je doen?
- Normaliseer Ga niet mee in het probleemgedrag maar spreek hen aan op hun krachten en mogelijkheden.
- Werk samen Iemand met borderline functioneert in de hulpverlening vaak als een hol vat, er is een voortdurende behoefte aan ondersteuning wat maakt dat deze cliënten veel en vaak contact zoeken. Door betrouwbaar en voorspelbaar te blijven leert de cliënt aanvaarden dat je daadwerkelijk het beste met hen voor hebt. Hoe beter je in staat bent om open en eerlijk te zijn over alles wat er voorvalt in de interactie, hoe meer je werkelijk helpend kan zijn. Hou daarbij ook goed je eigen grenzen in de gaten.
- Rollen bewaken Begrenzing van rollen geeft ook aan de persoon met een borderlinestoornis duidelijkheid, veiligheid en structuur. Het is de kunst om, binnen duidelijke grenzen, toch enigszins flexibel te zijn. Dit ietwat flexibel met je rol omgaan, kan lastig zijn. Zijn er té flexibele grenzen dan kun je teveel verantwoordelijkheden overnemen, zijn er te strakke grenzen dan kun je koel en afstandelijk overkomen. Het is belangrijk om de verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag zoveel mogelijk hij de persoon zelf te laten.
- Spreek in ik-boodschappen De omgang met mensen met een borderlinepersoonlijkheid kan heftige gevoelens oproepen. Je kunt dan gemakkelijk een verwijtende toon aanslaan. Oefen je erin duidelijk te maken dat je vanuit jouw ervaring en professionaliteit spreekt. ‘Ik denk dat het beter is om nu te stoppen, omdat ik merk dat ik boos word’. ‘Ik heb even tijd nodig om na te denken, omdat ik nu niet goed weet hoe het verder moet’.
- Zoek zelf steun Het omgaan met een cliënt met een borderlinepersoonlijkheid kan intensief zijn. Daarom is het van belang zelf ook steun te zoeken bij bijvoorbeeld je team. Reflectiemomenten zijn noodzakelijk om te voorkomen dat je als team meegesleurd wordt in de heftigheid van de emoties. Er is voldoende ruimte nodig voor reflectie over de relaties die zich afspreken tussen de vader, moeder en kinderen van de gezinnen waar wij mee werken, dan kunnen wij grip houden op wat er gebeurt in die relatie en er zorg voor dragen dat we de juiste hulp blijven bieden. Intervisiemomenten kunnen helpen om afstand te nemen van de werkrelatie met de moeder en om grip te houden op het proces wat zich tussen jou en de cliënt afspeelt. Ook een gezonde dosis humor mag zeker niet ontbreken om frustraties hanteerbaar te houden.
Wanneer doe je er goed aan een zaak over te dragen?
Als veel crisis en chaos speelt, kan het je eigen draagkracht als professional overschrijden. Als dat zo is en er een afweging is gemaakt waarin het disfunctioneren, lijden en de zorgbehoefte van de cliënt is meegenomen, kan het soms beter zijn om de zaak over te dragen aan een collega. Hoewel het vaak goed is om vast te houden aan één gezin, één plan, één medewerker moet je dit als professional wel kunnen blijven dragen. Op het moment dat je merkt dat je over je eigen grenzen heengaat en het jou en je team niet lukt om dit bij te sturen, is het beter om over te dragen.
Caroline Karssen, gedragswetenschapper Jeugdbescherming west
Geef een reactie