De ongeboren baby en de mishandelde moeder – deel 1
#praktijkverhalenHet is maandagmorgen half 9. Er is telefoon en een mail over een voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) en een machtiging uithuisplaatsing (MUHP) die zijn binnengekomen. Het gaat om een hoogzwangere dame afkomstig uit het Oostblok. Ze moet diezelfde dag nog weg bij de crisisopvang waar ze zit. Ze heeft daar mogelijk gedeald en alles opgegeten wat er aan voedsel beschikbaar was voor de vrouwen en gezinnen. Aan de slag dus.
Op kantoor heb ik overleg met de collega van Veilig Thuis die de dame zaterdag op de crisisgroep had geplaatst. Zaterdag kregen zij een melding van overlast van een dak- en thuisloosstel. Dit blijkt al een paar maanden gaande te zijn waarbij er ook sprake is van huiselijk geweld. En dat laatste speelt zich dan af in de lege garagebox waar ze regelmatig slapen en waar hun spullen zijn opgeslagen. Veilig Thuis geeft aan dat er een VOTS en MUHP zijn uitgesproken voor de nog ongeboren baby. De moeder is inmiddels ruim zeven maanden zwanger en volgens Veilig Thuis gebruikt zij alcohol, rookt en dealt ze en mogelijk verkrijgt ze haar drugs op een oneigenlijke manier.
Nog één nacht op de crisis
Bij de crisisopvang weten ze niet meer wat ze met deze moeder aan moeten. Na een waarschuwing heeft ze op zondagavond toch weer alles opgegeten tot aan de babyvoeding toe. Ze kan niet naar het Leger des Heils. Wat dan wel? Op straat leven is ook geen optie. We plannen snel een spoedoverleg met Veilig Thuis en onze gedragswetenschapper om te bespreken wat we gaan doen. Vervolgens bel ik met allerlei instanties om te vragen of deze hoogzwangere dame daar terecht kan. Een dame die dak- en thuisloos en onverzekerd is, geen Nederlands spreekt, maar alleen gebrekkig Engels en een gewelddadige vriend heeft met psychiatrische problemen. Ik krijg bij ieder telefoontje een ‘nee’. Uiteindelijk vraag ik met klem of de moeder toch nog niet nog één nacht op de crisis mag blijven. Dat mag, nog één nacht, maar niet meer.
‘Ik heb een fruithapje opgegeten’
Ik haal haar de volgende morgen op bij de crisisopvang en rijd meteen met haar naar het ziekenhuis om haar gezondheid en die van de baby te laten checken. En tevens controles uit te laten voeren op het gebruik van alcohol en drugs. Als ze in de auto zit, vraag ik aan haar: ‘Wat maakt dat je alles hebt opgegeten? En waarom heb je de vrouwen gevraagd of ze drugs wilden?’ Ze begint te lachen: ‘Ik had honger! Ik heb een babyfruithapje opgegeten, dat vind ik lekker! Dealen? Nee, ik heb wel gevraagd of ze sigaretten hadden. Hoe moet ik nu aan drugs komen? Ik ben zwanger en ik rook al, wat niet goed is.’
Moeder valt tussen onderzoeken in slaap
Als we bij het ziekenhuis aankomen, vraagt ze of ze snel een peukje mag doen omdat ze het zo spannend vindt wat er allemaal gaat gebeuren. Ik zeg haar wat de bedoeling is: een check van de baby en haar gezondheid, drugstesten en bloedprikken. Bij dat laatste verschiet ze van kleur en roept: ‘Maar dat durf ik niet, ik ben bang voor naalden!’ Toch gaat ze met me mee. Eerst gaan we naar de gynaecoloog. Bij het horen van het hartje begint ze te huilen. Ze vertelt aan de arts dat het haar derde kind is en dat ze in haar thuisland nog twee kinderen heeft waar haar moeder voor zorgt. Daarna volgen nog meer onderzoeken wat allemaal zo lang duurt dat de moeder tussendoor in slaap gevallen is.
Terug naar haar thuisland is ultieme wens
Als we naar kantoor terugrijden, is het inmiddels lunchtijd en haal ik wat te eten voor ons samen. Tijdens het eten bespreken we waar ze nu moet gaan overnachten. Ze zegt: ‘Ik regel het wel, ik ga naar een vriendin.’ Ik spreek met haar af dat ze mij kan bellen en dat ik ga kijken of ze terug zou kunnen naar haar thuisland. Dat is namelijk haar ultieme wens. Anderhalf jaar geleden is ze met een busje naar Nederland gekomen om te gaan werken en geld te verdienen. Ze kreeg een baan en woonruimte in het noorden van Nederland. Echter, na een aantal maanden werd er geen salaris meer betaald en werd ze uit de woonruimte gezet. Ze werd geadviseerd om richting het westen van Nederland te gaan om daar te gaan werken in de schoonmaak.
Ze dronk om de pijn te vergeten
Daar heeft ze via-via een aantal weken in de schoonmaak kunnen werken en leerde ze de vader van haar ongeboren baby kennen. Hij was in het begin erg aardig voor haar en zijn gezelschap zorgde voor prettige afleiding. Ze raakte zwanger, maar kwam daar pas een aantal weken geleden achter. Hij reageerde in eerste instantie niet oké, begon te drinken en haar te slaan. Ze dronk met hem mee om de pijn te vergeten. De ruzies werden heftiger en ondertussen werden ze ook een aantal keren opgepakt omdat ze in verlaten garages sliepen. Toen ze de baby begon te voelen, is ze gestopt met drinken. Ze begreep dat dit niet gezond was.
Geen contact meer met haar moeder en kinderen
Ze heeft ooit over een stichting gehoord waar ze haar wellicht kunnen helpen om terug te keren naar haar thuisland. Ze was van plan om daarmee contact te gaan leggen totdat haar telefoon gestolen werd. Ze had sindsdien ook geen contact meer met haar andere kinderen en haar moeder, terwijl ze dat iedere week had. Ze raakte in de overlevingsstand zoals ze het zelf noemde. Die middag zoek ik contact met die stichting om te kijken wat zouden zij kunnen betekenen voor deze moeder. Er wordt een gesprek ingepland op donderdagmorgen. Eindelijk een lichtpuntje na alle keren dat we ‘nee’ te horen kregen.
Ze valt op de bank in slaap
Vervolgens krijgen we op woensdagmorgen weer een melding over deze moeder. Ze heeft in het winkelcentrum een vrouw aangeklamd met de vraag om sigaretten. Ze is met deze vrouw in gesprek geraakt en deze vrouw heeft haar wat eten aangeboden. Ook zei de vrouw: ‘Mocht je baby er zijn, laat je het dan zien? Dit is mijn adres.’ Moeder stond nog geen tien minuten later voor de deur en valt op de bank in slaap. Ondertussen staat haar vriend ook voor de deur. Deze aardige dame heeft Veilig Thuis gebeld, want dit was niet echt de bedoeling.
De testen zijn gelukkig negatief
De rest van de woensdag probeer ik het Leger des Heils te bereiken om een slaapplaats te bemachtigen. Deze moeder heeft immers echt een slaapplek nodig. Alles is beter dan op straat. Gelukkig komen uiteindelijk twee verlossende telefoontjes. De eerste van het ziekenhuis: de testen waren allemaal negatief. Er was dus toch géén alcohol- en drugsgebruik. Wat een opluchting. Het andere telefoontje is van het Leger des Heils, ze willen deze moeder onderdak bieden en zelfs voor langere tijd.
Kan ze terug naar haar moeder?
Op donderdagmorgen heb ik een afspraak met de moeder en een tolk, maar op het afgesproken tijdstip zie ik haar niet. Van het Leger des Heils hoor ik dat ze er zo aankomt. Ruim drie kwartier later dan afgesproken, hebben we het gesprek met de tolk. In de middag volgt een afspraak met de Raad voor de Kinderbescherming en de stichting over haar mogelijke terugkeer naar haar thuisland. Om terug te keren, moet gekeken worden of ze terug naar haar moeder en kinderen zou kunnen. Maar haar moeder was nog niet eens op de hoogte van haar zwangerschap. Hoe zou haar moeder reageren? Ze hadden elkaar ook al bijna twee maanden niet meer gesproken.
Ze is welkom bij haar moeder
In het bijzijn van iemand van de stichting heeft de moeder met haar moeder gebeld wat een emotionele gebeurtenis was. Gelukkig gaf moeder aan dat ze welkom is thuis. De Raad voor de Kinderbescherming stelde uiteraard kritische vragen, maar kon uiteindelijk ook achter de terugkeer naar haar thuisland staan. Uiteraard onder bepaalde voorwaarden. We maken met elkaar het volgende plan: over een week reist de moeder onder begeleiding van de stichting naar haar thuisland. De Raad voor de Kinderbescherming doet hiervoor een melding bij de centrale autoriteiten. Tot haar vertrek blijft de moeder bij het Leger des Heils overnachten en wordt haar medische dossier opgehaald, net als de spullen die ze nog heeft staan in de garage.
Lees in deel 2 hoe het deze moeder met haar ongeboren baby verder vergaat.
Yvette Kikkert,
jeugdbeschermer bij Jeugdbescherming west
Foto: via Pexels van Pixaby
Reageren op dit bericht is niet mogelijk.