De ongeboren baby en de mishandelde moeder – deel 2
#praktijkverhalenNa mijn vakantie kreeg ik te horen dat wij met ons team een voorlopige onder toezichtstelling (VOTS) binnengekregen hadden. Het was een hoogzwangere vrouw zonder vaste woon- of verblijfplaats afkomstig uit het Oostblok. Mijn collega Yvette Kikkert (zie deel 1) had al keihard gewerkt om ervoor te zorgen dat de veiligheid voldoende was voor deze moeder en haar ongeboren kind, dat ze een slaapplek had en dat zij terug zou kunnen naar haar thuisland. Nu was de schone taak aan mij om er samen met mijn collega’s voor te zorgen dat het plan om haar naar haar thuisland te laten gaan, goed ten uitvoer werd gebracht.
Een collega van mij gaat met de moeder naar de laatste spoedzitting. Daarna bekijk ik met de moeder wat nog geregeld moet worden voor haar terugkeer naar haar thuisland. Op kantoor aangekomen vraag ik of ze al geluncht heeft. Dat is niet zo. Ze heeft de hele dag nog niks gegeten. Ik haal lunch en met de moeder en mijn collega lunchen we om tegelijkertijd de belangrijkste zaken nog even door te spreken. Het valt op dat moeder een alerte vrouw is, maar dat het ook lijkt alsof ze enigszins verwilderd is. Omdat ze goed Engels spreekt, kunnen we prima communiceren. Tijdens de lunch heeft de moeder na een paar keer knipperen met mijn ogen drie boterhammen naar binnengewerkt. ‘Very hungry,’ zegt zij grijnzend.
Nieuwe start
De moeder vertelt dat zij naar Nederland is gekomen omdat haar ex-partner in haar thuisland haar alles heeft ontnomen en gewelddadig was. Hier in Nederland wilde zij een nieuwe start maken, maar vervolgens belandde zij al snel op straat met haar huidige ex-vriend en kreeg ook hier de nodige problemen.
Een voorwaarde dat zij wil meewerken met het plan om terug te gaan naar haar thuisland, is dat zij haar spullen mee kan nemen. Deze liggen in een garagebox van een leegstaande flat. En dat is ergens rond de plek waar zij zwervende was. Omdat dit ook de plek is waar haar gewelddadige ex-vriend regelmatig onder invloed rondhangt, besluiten we om de volgende dag met de moeder én de politie te gaan kijken. De politie is bekend met de meldingen omtrent de moeder en haar ex-vriend.
De garagebox gaat open
Wanneer wij aankomen bij de flat en de garagebox, blijkt dat van de ex-vriend geen spoor is. We lopen met elkaar om de flat heen en zien dat de garagebox waar de spullen van moeder liggen, dichtgeschroefd is door de woningbouwvereniging. Moeder schiet in de stress en maakt duidelijk dat zij zonder haar spullen echt niet teruggaat naar haar thuisland. Na een tijdje in de wacht te staan bij de woningbouwvereniging, komt er een medewerker aanlopen. Hij is behoorlijk pissig omdat hij de moeder al zo’n zes keer betrapt heeft in een leegstaande flat. Bovendien hebben de moeder en haar ex-vriend daar regelmatig voor overlast gezorgd. Gelukkig wil de man wel meewerken en schroeft hij de garagebox open.
Bij het openen valt op dat er een groot bloedspoor op de deur zit, moeder geeft aan dat haar ex-vriend zich een keer gesneden had. Even ben ik ook nog bang dat er een lijk in de garagebox ligt. Gelukkig is dat niet het geval. Wel schrik ik in enorm van de geur, de ravage en de troep die er in de garagebox ligt. De geur is een combinatie van urine, alcohol en sigaretten. De moeder is opgelucht en samen met haar haal ik de garagebox leeg.
Wonen in een garagebox?
De moeder heeft een paar koffers en ook een opklapbedje in haar handen. ‘For the baby’ geeft zij aan. Ook vertelt ze dat het de bedoeling was om hier met de baby te gaan wonen. Dit doet mij wel wat. Ik vind het heftig om te horen dat zij op een punt is gekomen dat zij met haar baby in een leegstaande garagebox had willen leven. Ze vertelt dat zij geen andere keuze gehad zou hebben omdat niemand haar wil hebben. Ik merk bij de moeder dat zij wisselt in hoe zij zich opstelt. Af en toe zie ik een kwetsbare moeder die slachtoffer is van de situatie waar zij in zit. En aan de andere kant zie ik ook een vrouw die aan het overleven is. Zo moet zij naar het toilet. Omdat er nergens een toilet is, rent ze de bosjes in en doet zij daar haar behoefte.
Als de auto is volgepropt, rij ik met de moeder terug naar kantoor. Hier laad ik de spullen uit en maak ik de afspraak met moeder dat zij vrijdag om half één in de middag bij het kantoor is omdat zij daar om één uur wordt opgehaald door een organisatie om naar haar thuisland te gaan. Daarna zet ik haar af bij het Leger des Heils waar zij nog steeds slaapt.
Géén spoor van moeder
Op vrijdag word ik toch wat gespannen wakker. Zou ze wel komen vandaag? Hoe is het met haar en met de baby? Dat zijn vragen die door mijn hoofd gaan. Ik bel al vroeg met het Leger des Heils om te checken of moeder er is en of zij haar aan de afspraak willen herinneren. Moeder is er nog en zij zullen het nogmaals doorgeven aan moeder. Ik zeg dat ik haar wel op kom halen en dat ik er om kwart over twaalf ben.
Wanneer ik eerder dan afgesproken aankom bij het Leger des Heils, is er geen spoor van de moeder. Zij is vertrokken om haar ex-vriend te gaan zoeken. De schrik slaat mij om het hart. Dit is immers dezelfde man die haar mishandelde terwijl zij hoogzwanger is. Ik rijd terug naar kantoor en hoop dat moeder er om half één toch zal zijn. Inmiddels belt de organisatie die haar naar thuisland begeleidt dat zij later zullen zijn. Dit geeft mij gelukkig wat lucht. Inmiddels is het half één en nog géén moeder; één uur, geen moeder; half twee en nog steeds géén moeder. Ik voel dat ik met elke minuut een jaar of tien ouder word. Moeder heeft geen telefoon dus ik kan haar helemaal niet bereiken.
Het geeft voldoening
Ik bel met de wijkagent of hij kan checken of zij ergens in de buurt is. Op dat moment komt de moeder toch gehaast binnen en geeft aan dat zij haar ‘vriend’ aan het zoeken was. Het was weer goed. Hij had sorry gezegd en kon er ook niet veel aan doen, vertelde zij. Daarom wilde ze nog afscheid nemen van hem en ze had nog wat spullen voor hem. Omdat de organisatie pas om half drie komt, halen moeder en ik nog een taart bij de supermarkt en wat eten en drinken voor haar voor onderweg.
Als zij in de volgepropte auto zit, helemaal klaar voor vertrek naar haar thuisland en de auto rustig wergrijdt, zit het avontuur erop. Ik ben blij voor haar, voor de baby en stiekem ook een beetje voor mijzelf dat zij in die wegrijdende auto zit. Het geeft voldoening dat ik iets moois heb kunnen doen en dat het plan dat we samen met haar hebben gemaakt, geslaagd is uitgevoerd. Het belangrijkste is dat de moeder op weg is naar haar familie waar zij de hulp krijgt die nodig is voor haar en haar nog ongeboren baby.
Eind goed…
Een paar weken later krijgen we van de organisatie het mooie bericht dat de moeder is bevallen van een gezonde dochter.
Bart,
jeugdbeschermer bij Jeugdbescherming west
Foto: via Pexels van Pixaby
Reageren op dit bericht is niet mogelijk.