Wie zijn mijn ouders?
#opinieMijn naam is Angela. Dat is een makkelijke openingszin. Oké, het lukt nog wel om iets meer over mezelf te vertellen. Zo kan ik een beeld schetsen van hoe ik eruit zie. Ik heb lang blond haar, bruine ogen en mijn lengte en postuur zijn gemiddeld. Ook kan ik wel iets vertellen over mijn bezigheden van alledag. Ik studeer, rijd graag op mijn paard en ik houd ervan om naar het strand te gaan. Dat klinkt nog wel gemiddeld allemaal. Maar als we het ’levensrollenspel’ gaan doen, haak ik af.
Je weet wel, dat spel dat nogal eens ingezet wordt in kennismakingen en cursussen. De zin begint dan met ’ik ben’. Dat vind ik al moeilijk. Ik zeg zelden ’ik ben’. En dan, na dat ’ik ben’, volgt er ’zus van…’. Of ’kind van…’. Of ’moeder van’…. En dan vertel je daar iets over en dan krijgen de anderen in het gezelschap een beeld van je. Ik vind dat spel een buitengewoon onaangename confrontatie. Waarmee? Met mijn verhaal, dat eigenlijk mijn verhaal niet is. Want hoe kan iets mijn verhaal zijn als ik niets kan met het verschijnsel ’ik ben’? ’Wel, het wordt er niet veel duidelijker op,’ zul je denken. Dat klopt. Ik bén namelijk niet duidelijk. Ik besta en dat doet me goed. Maar ik weet niet zo goed wie of wat ik ben.
Petrischaaltje
Of ik geadopteerd ben uit een ver land? Nee hoor. Ook ben ik niet gevonden achter een baby-weggeefluikje. Ik ben geen pleegkind van wie het levensverhaal is achtergebleven in een jeugdzorgdossier en ik ben ook niet verwisseld in het ziekenhuis op de kraamafdeling. Wat dan wel? Ik ben tot stand gekomen uit een embryodonatie. Meer gedetailleerd: uit een combinatie van een donatie van een anonieme meneer en een anonieme mevrouw uit Italië. Althans, ik ga er voor het gemak altijd maar van uit dat de schenkers uit hetzelfde land komen als waar ik tot stand gekomen ben. Overigens gebeurde dat niet in een romantisch Italiaans hotelletje aan het Gardameer, maar in een petrischaaltje in een kliniek met veel microscopen en TL-lampen.
Moeder Natuur
Mijn moeder wilde graag een kind, maar had geen zin in een man. Moeder Natuur stelde op een gegeven moment dat ze geen kinderen meer kon krijgen, maar daar nam mijn moeder geen genoegen mee. Ze spaarde geld, pakte het vliegtuig naar Italië en kwam zwanger weer terug. Van wie ze zwanger was wist ze niet, want in Italië mogen mensen anoniem hun eicellen en hun zaadcellen afstaan voor vruchtbaarheidsbehandelingen.
De bloemetjes en de bijtjes
In de eerste jaren na de geboorte was het bestaan nog wel te overzien. Als ik aan mijn moeder vroeg waarom ik, net als de andere kindjes in mijn klas, geen pappa had, zei ze standaard: ’Ik ben jouw moeder en jouw vader ineen’. En dat klonk op die leeftijd best wel logisch. Ook wist ik dat ik in haar buik gewoond had gedurende negen maanden en dat ik uit haar buik kwam in het ziekenhuis. Dat verhaal was vergelijkbaar met dat van mijn vriendjes en vriendinnetjes. Tevens waren er foto’s, veel foto’s van mijn moeder en mij en iedereen die vaak over de vloer kwam.
Het begon verwarrend voor mij te worden toen mijn moeder mij vertelde hoe het echt zat. Dat deed ze omdat ze gelezen had dat dat belangrijk was. Bovendien komt er een leeftijd waarop een ouder de kinderen wel moet vertellen hoe het zit met de totstandkoming van de kleine mensjes, anders gebeuren er ongelukken. Er kwam eerst een ingewikkeld verhaal over de bloemetjes en de bijtjes en over stampers en konijntjes. Vervolgens kwam er een boekje over kindjes die geboren zijn uit andere mensen dan degenen die ze ’mamma’ en ’pappa’ noemden.
Verloren
Na dat verhaal begreep ik dat er, naast mijn moeder, aan mijn komst nog twee mensen hadden bijgedragen. Maar toen ik vroeg of ik hen eens kon zien, kon dat niet. Het bleek dat mijn moeder zelf die mensen helemaal niet kende en zelfs nooit ontmoet had. Toen knapte er iets bij mij. Wie ben ik? is de vraag die mij sindsdien dag en nacht bezighoudt. Wat heeft welke ouder aan mij gegeven? Wat heb ik gekregen en wat heb ik zelf gemaakt? Zijn mijn driftbuien overgedragen door één van hen, of is dit puur en alleen mijn eigen karakter? Leven de ouders uit wie ik ben gekomen nog? Waar wonen zij, in welke omstandigheden en denken zij wel eens aan mij? Weten ze dat ik er ben?
Juridisch is het allemaal netjes geregeld. Ik weet precies wie ik tot mijn familie mag rekenen. Maar biologisch en gevoelsmatig voel ik me leeg, verloren en los.
Kinderrecht
Dit verhaal gaat niet om mij. Ik heb het maar met één doel opgeschreven: om aandacht te vragen voor het volgende. Kinderen hebben rechten. Een belangrijk kinderrecht is het recht op statusvoorlichting (voorlichting over de afstamming). Ieder kind heeft het recht om te weten van wie hij of zij afstamt. Er is in Nederland veel onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van kinderen, waaronder de identiteitsontwikkeling. Resultaat van dit onderzoek is onder andere een wet die bepaald heeft dat anonieme donatie van ei- en/of zaadcellen en anonieme embryo’s in Nederland verboden is. Kinderen die uit een donatie geboren zijn, hebben vanaf hun zestiende jaar recht op informatie over de donor, inclusief de mogelijkheid om hem of haar te ontmoeten. Dat is zo bepaald, omdat dat belangrijk is gebleken voor kinderen. Als je niet weet van wie je afstamt, heb je een verhoogd risico om identiteitsproblemen te ontwikkelen.
Wie helpt mij?
Voor mij, een in Nederland geboren vrouw met Nederlandse nationaliteit en rechten, geldt dat recht niet. En dit geldt voor velen die geboren zijn uit een anonieme donatie uit bijvoorbeeld Spanje of Italië. Onze ouders zijn goed bedoeld een kinderavontuur aangegaan. Zij hebben ons naar eer en geweten opgevoed. Maar van wie wij afstammen, weten wij niet. Ik wil niet openlijk de barricades opgaan. Ik wil namelijk niet dat iedereen weet hoe ik, letterlijk, in elkaar zit. Ik wil vragen of er iemand met invloed is die voor ons, kinderen geboren uit anonieme donaties, wil opstaan. Ik lees nota bene het volgende over een uitspraak bij de Nederlandse Hoge Raad:
Het recht op statusvoorlichting vloeit volgens de Hoge Raad voort uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), alsmede uit het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK). Daarin zijn waarborgen opgenomen voor het recht op ‘private life’. Uit dat recht, in het bijzonder het recht op persoonlijke identiteit, vloeit voort dat een kind het recht heeft te weten van wie het afstamt. Op dat punt bestond overigens al jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Dit moet te regelen zijn toch?
Anna – jeugdbeschermer
Angela bestaat niet. Dit verhaal is op waarheid berust en samengesteld op basis van andere soortgelijke cases; namen zijn gefingeerd in verband met de privacy. Foto:Pixababy
Lees ook onze andere praktijkverhalen op onze website
Geef een reactie