telSpoed & crisis

Het verhaal van ervaringsdeskundige Wim

#ervaringsdeskundigheid

Wij vinden dat de inzet van ervaringsdeskundigheid bij Jeugdbescherming west een grote meerwaarde heeft: het draagt bij aan de deskundigheidsbevordering en wij proberen zo goed mogelijk te faciliteren dat de ervaringsdeskundigen hun bijdrage kunnen leveren en een sterke positie krijgen binnen onze organisatie. We willen benadrukken hoe waardevol wij het vinden dat zij hun verhalen delen en hun ervaring inzetten als ervaringsprofessional voor de zorg voor gezinnen en kinderen.

Wij stellen jullie in deze serie interviews en verhalen voor aan onze ervaringsdeskundigen; mensen met verschillende achtergronden, mensen die zich kwetsbaar opstellen en hun unieke verhaal vertellen. Deze zeer diverse groep heeft de opleiding Ervaringsdeskundigheid gevolgd. Deze opleiding bestond onder meer uit theorie ervaringskennis en deskundigheid, de presentatie van het eigen persoonlijk herstelverhaal, reflectie en verschillende mogelijkheden om ervaringsdeskundigheid in te zetten en welke rollen je kan aannemen.

De derde bijdrage in deze serie is het verhaal van Wim.

Als tienjarige jongen werd Wim uit huis geplaatst. Na een kort verblijf in een instelling werd hij opgevangen door een pleeggezin. Dankzij dat pleeggezin kreeg hij een tweede kans om iets van het leven te maken: ‘Ze gaven me de veiligheid die ik nodig had om mijn weg te vinden. Zonder de druk om mezelf te veranderen en met het volste vertrouwen dat het goed kwam.’ Die ervaring is voor Wim een belangrijke motivatie om aan de slag te gaan als ervaringsdeskundige: ‘Zo kan ik iets terug doen.’

Het liefst zou Wim aan de slag gaan als pleegzorgwerker, maar omdat hij in een andere branche werkt, is die stap niet zomaar gezet; omscholing kost naast zijn fulltime baan teveel tijd en geld. Door aan de slag te gaan als ervaringsdeskundige hoopt Wim toch iets te kunnen betekenen voor de jeugdzorg. Door mee te denken over dat wat er nodig is om kinderen veiligheid te bieden. Zijn positieve ervaringen met pleegzorg kunnen hem daarbij helpen: ‘In plaats van praten vanuit slechte ervaringen kan ik goed uitleggen wanneer je als pleeggezin een succes bent. Een benadering die me past: als mens probeer ik altijd de dingen positief te bekijken. Dus ik ga daar niet zitten om de jeugdhulp af te zeiken, maar omdat ik iets voor een kind wil betekenen.’

Geen druk uitoefenen
De training voor ervaringsdeskundigen die Wim volgde gaf aanleiding tot een gesprek met zijn pleegouders. Voor het eerst vertelde Wim zijn pleegouders hoe hij de opvang door hen had ervaren. Dat werd een emotioneel zwaar gesprek voor hem. Ineens ging hij praten over gevoelens en precies dat was wat hem als kind niet lukte. Dat zijn pleegouders hem destijds alle tijd en ruimte gaven, was voor hem ontzettend belangrijk: ‘Ik zat vroeger zo op slot dat verbetering op dat moment simpelweg niet mogelijk was. Wat ze wel deden, is me laten voelen hoe het is om liefde en geborgenheid te krijgen en hoe het is om ruzie te maken. Zonder de druk om mezelf te veranderen en met het volste vertrouwen dat het goed kwam.’ Zelfs toen Wim besloot bij zijn biologische moeder in te trekken en te breken met zijn pleegouders, lieten zijn pleegouders dat gebeuren: ‘Omdat ze zagen dat ik mijn eigen weg zocht. Dat was belangrijk voor me. En een betere manier dan me vasthouden.’
Die benadering gaf Wim een basis waardoor hij zich later alsnog kon ontwikkelen. ‘Dat hebben ze echt perfect gedaan,’ vertelt hij vol overtuiging. ‘Je moet niet teveel druk uitoefenen om iemand beter maken. Die verbetering zit in het kind zelf en dat komt wanneer het komt.’ Een belangrijke les die Wim wil meenemen in zijn werk als ervaringsdeskundige en hopelijk later als pleegzorgwerker.

Deelname casuïstiekoverleg
Wim is nog zoekende naar zijn rol als ervaringsdeskundige, maar nam al wel een keer deel aan een casuïstiekoverleg waar de situatie van twee pleegkinderen in een pleeggezin werd besproken. ‘Ze vroegen mij hoe ik naar de situatie keek. Ik heb toen verteld hoe belangrijk veiligheid voor mij als kind was, waarom ik die als veilig had ervaren en wat mij in deze casus opviel. En ik zag een pleeggezin waar de kinderen te pas en te onpas weer ergens moesten verblijven. Maar zo geef je kinderen geen basis, want veiligheid betekent dat je een thuis hebt. Je creëert alleen maar meer problemen als je een kind het gevoel geeft dat het steeds weg moet.’

De reacties van de aanwezige professionals op zijn aanwezigheid waren positief, zo hoorde hij daarna. Maar wat maakte zijn inbreng zo bijzonder? Wim: ‘In algemene zin denk ik dat het grote verschil tussen mij en professionals is dat zij vastzitten in protocollen; iets waar ik als ervaringsdeskundige geen last van heb. Ik had het gevoel dat ik vrijer was om te zeggen wat ik zag en vond.’ Wim hoopt dat hij vaker kan deelnemen aan een casuïstiekoverleg. ‘Ik ben graag op een plek waar ik op een positief kritische manier mijn inbreng kan hebben. En misschien dat ik ook gezinnen kan ondersteunen, al voelt dat tegelijkertijd kwetsbaar. Want zeg ik dan wel de juiste dingen? Je wil iets niet erger maken dan het is.’

Blijven leren
‘Het gaat om de mate van herstel en dat je vaardigheden hebt om iets goed over te brengen, aldus Wim. Alleen dan kun je iets betekenen voor een ander.’ Hij vindt het belangrijk dat je als groep ervaringsdeskundigen bij elkaar blijft. ‘Zo kan je sparren en elkaar feedback geven. Je kan immers niet zomaar zeggen: ‘Nu ben ik er als ervaringsdeskundige.’’

Je bent wat je meemaakt
En als hij ooit aan de slag gaat als pleegzorgwerker? Hoe ziet hij het combineren van zijn ervaringen en zijn professionaliteit dan voor zich? Wim: ‘Het lijkt erop dat er in de jeugdzorg een opvatting is dat je terughoudend moet zijn over dat wat je over jezelf deelt. Maar ervaringen, je persoonlijkheid en vaardigheden hebben samen invloed op de beslissingen die je neemt. Dat kan je niet los van elkaar zien. Sterker nog: wat je meemaakt, is wie je bent. Al zeg ik niet dat je altijd alles over jezelf moet delen. En wil je dat wel doen, dan is het zorgvuldig om aan het begin van een traject te zeggen dat je uit ervaring weet hoe het is om door een moeilijke periode te gaan. Voor mij persoonlijk geldt dat iedereen mag weten wat er met mij is gebeurd.’

Voet aan de grond
Wim is enthousiast om aan de slag te gaan, maar maakt zich nog wel wat zorgen over de voortgang van het project ervaringsdeskundigheid, wetende dat het een pilot is. ‘Ik weet zelf nog niet goed hoe ik voet aan de grond krijg. Voor de ervaringsdeskundige jeugdbeschermers is dat makkelijker omdat zij in dienst zijn, maar ik sta buiten de organisatie.’ Daar ligt volgens hem dan ook een belangrijke rol weggelegd voor de organisatie. ‘We willen ontzettend graag, dus gebruik die energie en positiviteit.’

Eerdere bijdragen

Reacties op dit bericht

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Archief

Tags