Lina en haar vader
#praktijkverhalenDus daar zitten we dan. De jeugdbeschermer en ik. Achter de computer. Met bellen kwamen we niet voorbij de wachtrij van vijftien minuten. Superslim vonden we onszelf om de aangeboden chatoptie aan te klikken. ‘Spreek jij Noors?’ We lachen optimistisch, maar ook een beetje schaapachtig naar elkaar. We draaien terug naar het scherm. We proberen er chocola van te maken.
Vervolgens proberen we berichten in het Engels.
Er komt wat in het Noors terug.
‘Do you speak English?’
Er komt weer wat in het Noors terug.
De Noorse Belastingdienst spreekt kennelijk geen Engels.
Plan B dan maar: Google Translate.
Het blijkt een chatrobot.
We lachen nog schaapachtiger.
Dan maar per e-mail.
Dochter op de stoep
Samen met een jeugdbeschermer ben ik zaken aan het uitzoeken voor een vader. Hij is een vluchteling, die op doorreis via Scandinavië uiteindelijk alleen beland is in Nederland. Tijdens zijn kortstondige verblijf in een asielzoekerscentrum in Noorwegen is zijn dochter Lina verwekt. En Lina staat op een dag ineens bij hem op de stoep in Nederland. Zij is anderhalf jaar oud en is met een man die van haar moeder de opdracht had gekregen om haar bij haar vader af te leveren. Die man vertrekt. Lina blijft. Zonder BSN, paspoort en geboorteakte. Haar moeder gunde haar een betere toekomst in Nederland.
Wie is Lina?
Haar vader raakt echter met haar verdwaald in het Nederlandse stelsel van administratie en geregel. Verschillende instanties raken betrokken. Er volgt een voogdijmaatregel voor Jeugdbescherming west over Lina. Met de opdracht uit te zoeken wie zij is en haar ‘bestaan’ te regelen.
Wattenstaafjes, een camera, een laboratorium, een medisch deskundige en een dikke rekening voor het onderzoek. Het levert Lina een biologische vader op. Jeugdbescherming west verzoekt de rechtbank vervolgens om benoeming van een bijzonder curator om Lina niet alleen biologisch, maar ook juridisch van haar vader af te laten stammen. De bijzonder curator verzoekt daarom om gerechtelijke vaststelling van zijn vaderschap. Jeugdbescherming west verzoekt vaststelling van een geboorteakte voor Lina.
Lina’s moeder blijft onvindbaar
Lina is inmiddels twee en half jaar oud. Haar moeder is en blijft onvindbaar. De jeugdbeschermer heeft haar één keer kunnen spreken. Voor het vaststellen van een geboorteakte van Lina is nodig dat vaststaat dat haar moeder echt onvindbaar is. Op haar geboorteakte zal dan ‘geen moeder’ staan. Dan wil je ook uitsluiten dat deze moeder toch niet vindbaar is. Maar Lina’s moeder wil niet gevonden worden. Ze is illegaal in Europa en bang voor uitzetting. Lina’s vader kan haar niet bellen. Zij belt af en toe met hem.
Via de mail laat de Noorse Belastingdienst ons uiteindelijk weten: ‘De moeder is met de gegevens die bekend zijn niet terug te vinden in de Basisregistratie Persoonsgegevens.’
Lina laat van zich horen
Het is volle bak bij de zitting die volgt. De Raad voor de Kinderbescherming, de bijzonder curator, de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, een tolk, de jeugdbeschermer en ik -als jurist- zijn aanwezig. Lina’s vader verschijnt met een vriend. Hij heeft Lina, met grote donkere ogen, roze laarsjes en in een knalroze skipakje, aan zijn hand. Daar had de bode van de rechtbank niet op gerekend. ‘Ze mag niet mee naar binnen, meneer.’ De tolk vertaalt het en zegt wat vader antwoordt: ’Maar het is voor haar, het gaat óver haar!’ Het mag echt niet. De vriend neemt Lina mee. Wel onder stil protest, want: ‘Ze huilt altijd bij mij.’ Lina gaat mee onder luidkeels protest als ze merkt dat haar vader ergens anders heen gaat. ‘Zo,’ merkt de voorzitter op als we de zaal binnentreden, ‘Lina laat haar stem duidelijk horen!’
Het gaat lukken
Het wordt tijdens de zitting voorzichtig duidelijk: het gaat lukken. Lina krijgt een geboorteakte en een ‘juridische vader’. En haar vader krijgt de voogdij over Lina. Totdat hij, als zijn vastgestelde vaderschap onherroepelijk is, ook als vader ouderlijk gezag krijgt.
Na de beschikking volgt een laatste overleg met de bijzonder curator, de jeugdbeschermer, de vader, zijn tolk en zijn hulpverlener uit het wijkteam. We sluiten de voogdij af. We nemen door wat er nog allemaal moet gebeuren. De geboorteakte moet aangevraagd en opgehaald worden bij de gemeente en er moet een aanvraag voor een verblijfsvergunning worden ingediend voor Lina bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Daar heb ik de IND al over gebeld. Met die aanvraag krijgt Lina een Burgerservicenummer (BSN). Daarmee kan ze worden ingeschreven en worden verzekerd. En kan Lina’s vader eindelijk kinderopvangtoeslag aanvragen. We werken een heel praktisch stappenplan vóór en mét hem uit. Ook ter overdracht aan de hulpverlener van Lina’s vader.
We bieden de hulpverlener onze contactgegevens aan om op terug te vallen als dingen in het overdrachtsplan toch stagneren. Ook al is er geen kader meer waarbinnen wij juridisch betrokken zijn. Dit moet voor Lina gewoon geregeld worden.
‘Ik ben jullie heel dankbaar’
Bij het afscheid van elkaar neemt Lina’s vader via de tolk het laatste woord: ‘Lina is nu nog klein, maar als ze later groot is, zal ik haar vertellen wat jullie allemaal voor haar hebben gedaan. Ik ben jullie en Nederland heel dankbaar. Bedankt.’
Lina doet het goed. Er zijn geen zorgen meer over Lina. Sterker nog, met Lina en haar vader komt het naar verwachting wel goed. Lina had bij de rommelige start van haar leven niet zoveel geluk. Met haar toegewijde vader daarentegen des te meer.
Laura Goei, senior jurist
Natuurlijk is er in verband met de privacy een andere naam gebruikt in dit praktijkverhaal – Foto: Pixabay
Geef een reactie