telSpoed & crisis
jeugdzorg, luisteren

Luisteren naar het kind is niet altijd eenvoudig

#praktijkverhalen

Het uitgangspunt binnen ons werkveld is werken vanuit het belang van het kind. Als jeugdbeschermer wíl je graag luisteren naar het kind. Je wil vragen wat hij of zij wil. En vragen wat voor hem of haar belangrijk is. Om te kijken wat we ermee kunnen doen; wat haalbaar is. Zo heb ik ook geluisterd naar Inez. Zij heeft mij gesmeekt bepaalde beslissingen te nemen en dat heb ik gedaan, maar soms lukt het gewoon dan toch niet.

Inez is al halverwege de puberteit als ik bij haar betrokken raak. Ik ontmoet haar in een gesloten jeugdzorginstelling waar zij zich rondbeweegt als een pedagogisch medewerker. Iedereen kent haar; iedereen begroet haar. Dat lijkt leuk voor haar, maar eigenlijk is dat heel schrijnend. Het betekent immers niets minder dan dat Inez daar al veel te lang verblijft. ‘Wat zou je willen, Inez?’ vraag ik aan het einde van één van onze gesprekken. ‘Ik wil graag dichterbij mijn familie zijn. De geslotenheid maakt me niet zoveel uit, maar nu komt er bijna niemand op bezoek.’

Dichter bij huis

Zo gezegd; zo gedaan. Twee weken later wordt Inez overgeplaatst. Haar familie hoeft nu maar een half uur te rijden in plaats van het vijfdubbele. Inez krijgt een duidelijk behandelplan en we schetsen ook perspectief. Inez kan niet meer bij één van haar ouders wonen. Het is al te vaak geprobeerd in het vrijwillig kader en Inez wil zelf geen mislukkingen meer. We besluiten samen dat Inez een zelfstandigheidstraject gaat volgen op één plek om zo verhuizingen te voorkomen. Inez is het ermee eens en vertelt tijdens de zitting in de rechtbank in geuren en kleuren aan de rechter wat we bedacht hebben en dat ze later graag schoonheidsspecialiste wil worden. ‘Maar dan géén pedicurebehandelingen, want voeten zijn vies.’ We lachen er allemaal om en de rechter benoemt aan Inez dat het vast allemaal wel goed gaat komen met haar.

Stapje terug

Maar dat is helaas niet zo. Inez zit krap twee weken op de meer open groep (stap twee van het traject) als zij tijdens verlof besluit er vandoor te gaan en een aantal dagen vermist blijft. Na een aantal dagen weet haar vader haar te traceren en brengt haar terug naar de groep. Daar wacht ik om Inez te vertellen dat we weer een stapje terug moeten doen omdat dit onveilig is. Inez moet huilen, maar begrijpt het wel en zegt: ‘Misschien is het nog te vroeg!’ Samen gaan we letterlijk een stap terug naar de groep om de hoek. Inez belooft beterschap en we gaan er weer voor.

Dat ‘er weer voor gaan’ duurt deze keer krap anderhalve maand. Als Inez begonnen is aan een mbo-opleiding vanuit de geslotenheid, besluit ze er midden op de dag weer vandoor te gaan. Inez blijft een week weg en bij terugkomst blijkt dat er veel misbruik van haar is gemaakt.

Hulp vanuit het netwerk

Ondertussen staan er mensen uit het netwerk van Inez op. Een tante belt mij op een dag en zegt: ‘Ik had Inez vroeger als kind mee moeten nemen en voor haar moeten gaan zorgen. Kan ik dit nu nog goedmaken?’ Ik geef aan de tante aan dat dat een hele mooie gedachte is, maar dat zij wel goed moet beseffen dat Inez moeilijk relaties aan kan gaan en een ‘warm bad’ niet altijd werkt. De tante van Inez is echter zeker van haar beslissing en laat zich screenen door pleegzorg. Ze volgt de benodigde cursussen.

Ik twijfel tot ik op bezoek ga bij Inez die na haar week vermissing nog steeds in de geslotenheid verblijft. Inez kijkt mij aan met haar grote ogen en smeekt mij bijna te doen wat ze zo graag wil: bij haar tante gaan wonen. Ik besluit te luisteren naar haar en we zetten alles in gang. Inez is dolgelukkig. Op moeilijke vragen van haar jeugdbeschermer zit ze niet te wachten. Ze wil ook geen veiligheidsafspraken maken, want zo geeft ze aan: ‘Ik ga echt niet meer weglopen. Dat kan ik mijn tante niet aandoen.’

Het lijkt te werken

Een nieuw jaar, een nieuw begin! Inez verhuist naar haar familie en samen met pleegzorg en de hulpverlening die al betrokken was, maken we een plan wie wat doet en zich waar op gaat richten. De eerste weken verlopen fantastisch. De aanpak van haar tante –‘nee is nee, ja is ja en af en toe een hele grote knuffel’- lijkt te werken en Inez geniet ervan.

Een aantal weken later, stuur ik tóch een verzoek aan de rechtbank om de machtiging voor een pleeggezin in te trekken en de huidige gesloten machtiging weer te activeren. Ik doe dit met een diepe zucht. Het is Inez niet gelukt. In één week tijd is ze twee keer weggelopen met alle gevolgen en onveiligheid van dien. Haar tante heeft bij me aangegeven dat ze dit niet kan op deze manier. Het is té heftig. De paar dagen tussen de vermissingen dat ze weer thuis was, heeft de tante niet meer tot Inez kunnen doordringen. ‘Mijn aanpak lijkt niet te hebben gewerkt,’ zegt ze. ‘Christel, ik ben te laat geweest. Ik had tien jaar geleden moeten ingrijpen.’ Ik probeer haar te troosten met de woorden dat zij Inez heeft laten ervaren hoe het is als er iemand voor haar gevochten heeft.

Het is niet altijd eenvoudig

Luisteren naar het kind is nog steeds iets dat ik bij elk gezin doe, maar het daadwerkelijk omzetten van de wensen in daden is minder eenvoudig dan het soms geschetst wordt.

Christel, jeugdbeschermer

Natuurlijk is er in verband met de privacy een andere naam gebruikt in dit praktijkverhaal – Foto: Jeugdbescherming west


Lees ook onze andere verhalen op de website

Reacties op dit bericht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Archief

Tags